Nieuwe coördinator voor seksueel misbruik: echte verandering of meer van hetzelfde?

Nieuwe coördinator voor seksueel misbruik: echte verandering of meer van hetzelfde?

De problematiek van seksueel misbruik binnen de Kerk en andere instellingen blijft een pijnlijk en actueel thema. Ondanks eerdere maatregelen voelen veel slachtoffers zich nog steeds niet gehoord, niet erkend en onvoldoende gecompenseerd. De recente juridische actie waarbij een groep slachtoffers een deurwaarder stuurde naar de pauselijke nuntius, toont aan dat beloften niet altijd onmiddellijk worden nagekomen en dat gerechtigheid voor velen nog ver weg is.

Tegen deze achtergrond heeft de Stichting Dignity – een organisatie opgericht in 2012 door de Belgische bisschoppen en religieuze oversten om slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Kerk te ondersteunen en financieel te compenseren – nu een nationale coördinator voor seksueel misbruik aangesteld. Dit lijkt een stap in de juiste richting, maar roept ook vragen op: zal deze coördinator daadwerkelijk impact hebben, of blijft het bij een symbolische functie zonder echte slagkracht?

Scroll

Een erkenning dat er nog werk Is

Dat er een coördinator wordt aangesteld, toont in elk geval aan dat het probleem nog niet is opgelost. De Kerk heeft de afgelopen jaren aanzienlijke maatregelen genomen, maar in de praktijk ervaren veel slachtoffers nog steeds een gebrek aan transparantie en effectieve compensatie.

Slachtoffers die gerechtigheid zoeken, stuiten daarnaast op juridische obstakels, zoals de staatsrechtelijke immuniteit van het Vaticaan, de verjaring van misdrijven en het feit dat veel zaken in het verleden intern binnen de Kerk zijn afgehandeld zonder gerechtelijke tussenkomst. Dit alles leidt tot frustratie en machteloosheid, waardoor velen geen andere optie zien dan publieke druk uit te oefenen.

De vraag is nu: kan een nationale coördinator hierin écht een verschil maken?

Wat kan de coördinator betekenen?

De nieuwe nationale coördinator, Jessika Soors, zal het beleidsplan rond seksueel misbruik coördineren en implementeren in samenwerking met slachtoffers, de overheid, religieuze oversten en maatschappelijke organisaties. De Kerk heeft aangegeven dat deze functie onafhankelijk zal opereren.

In theorie kan de nationale coördinator:

  • Slachtoffers ondersteunen bij hun zoektocht naar erkenning en compensatie.
  • Overheidsinstanties en justitie beter op elkaar afstemmen, zodat dossiers niet vastlopen in bureaucratie.
  • De Kerk aansporen om openheid van zaken te geven en beloftes daadwerkelijk na te komen.
  • Zorgen voor onafhankelijke controle, zodat misbruik niet langer alleen als een intern probleem van de Kerk wordt beschouwd, maar als een breed maatschappelijk issue.
  • Aansluiting zoeken bij de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissies en een bredere, multidisciplinaire aanpak uitwerken.


Soors zal bovendien een slachtofferadviesgroep uitbouwen, zodat slachtoffers zelf een stem krijgen in het beleid. Ook de werking van Stichting Dignity zal versterkt worden om een slagkrachtigere aanpak te garanderen.

Maar in de praktijk hangt veel af van de bevoegdheden en middelen die deze coördinator krijgt. Zonder concrete juridische macht kan de functie beperkt blijven tot bemiddeling en advies, terwijl slachtoffers juist behoefte hebben aan tastbare resultaten.

Het blijvende probleem van compensatie

Een van de meest pijnlijke punten in de nasleep van seksueel misbruik binnen de Kerk blijft de vergoeding van slachtoffers. Hoewel er op verschillende niveaus initiatieven zijn genomen – waarover verder meer – blijven er structurele uitdagingen.

Wat zijn de voornaamste knelpunten vandaag?

  • Geen uniforme aanpak: De compensatie voor slachtoffers verschilt per land, bisdom en zelfs per dossier. 
  • Lange en emotioneel belastende procedures: Slachtoffers moeten vaak complexe juridische en administratieve trajecten doorlopen, wat ontmoedigend werkt.
  • Bovendien zijn kerkelijke vergoedingen niet altijd bindend en afhankelijk van goodwill.
  • Onzekere opvolging van beloftes: In sommige gevallen, zoals recent bij de groep van 89 slachtoffers, worden mondelinge toezeggingen gedaan zonder duidelijke timing of verplichting tot uitbetaling.


Als de nationale coördinator daadwerkelijk een verschil wil maken, moet er worden ingezet op:

  • Meer transparante communicatie over bestaande schadefondsen en wie ervoor in aanmerking komt.
  • Een duidelijk en afdwingbaar mechanisme zodat compensaties worden nagekomen.
  • Betere juridische begeleiding voor slachtoffers, zodat ze weten welke rechten ze hebben.


Hoewel er al maatregelen bestaan, blijft het cruciaal dat slachtoffers niet opnieuw de strijd moeten aangaan om te krijgen waar ze recht op hebben. De uitdaging voor de coördinator zal zijn om een brug te slaan tussen politieke, juridische en kerkelijke instanties om de procedures efficiënter te maken.

De rol van de Kerk: openheid of nog te veel geheimhouding?

De Kerk heeft sinds 1997 verschillende maatregelen genomen om seksueel misbruik beter aan te pakken. Intern werden richtlijnen opgesteld, tuchtprocedures aangepast en schadefondsen opgericht, o.a.

  • 1997: Oprichting van de eerste meldpunten voor seksueel misbruik in pastorale relaties.
  • 2000: Vervanging door de "Commissie-Halsberghe", die klachten behandelde en erkenning en herstel nastreefde.
  • 2009: Oprichting van de "Commissie-Adriaenssens", die 507 dossiers behandelde maar haar werkzaamheden zag stopgezet door de gerechtelijke inbeslagname van dossiers in de zaak-"Operatie Kelk".
  • 2010: Start van een bijzondere parlementaire Kamercommissie om misbruik binnen de Kerk en andere gezagsrelaties te onderzoeken. De Kerk gaat akkoord met de hoofdaanbeveling van de Commissie: de oprichting van het Centrum voor Arbitrage.
  • 2012-2017: Werking van het Centrum voor Arbitrage voor verjaarde feiten, dat 628 meldingen behandelde en waarbij slachtoffers financieel gecompenseerd werden.
  • 2012: Oprichting van 10 opvangpunten, een centraal infopunt en een Interdiocesane Commissie voor de bescherming van kinderen en jongeren, onder leiding van professor Manu Keirse
  • 2012-2014: Beleidsbrochures “Verborgen verdriet” en “Van taboe naar preventie”
  • 2017: Nationale erkennings- en herdenkingsdag
  • 2019: Globaal rapport “Seksueel misbruik van minderjarigen in een pastorale relatie in de Katholieke Kerk in België. Naar een coherent beleid”; Publicatie van een Gedragscode voor iedereen die werkt in de Kerk, die verplichtingen oplegt rond melding, respectvolle omgang en preventie.
  • 2021: Gemeenschappelijk opvangpunt, Nederlandstalig en Franstalig
  • 2023-2024: Nieuwe parlementaire onderzoekscommissie en overleg met slachtoffers om het beleid te verfijnen.
  • Bezoek van Paus Franciscus aan België en ontmoeting met een beperkte groep slachtoffers.


Ook paus Franciscus heeft striktere normen opgelegd.

Deze initiatieven tonen aan dat de Kerk actief stappen heeft gezet om misbruik te erkennen, maar dat er nog steeds uitdagingen zijn in de uitvoering en opvolging.

Een nationale coördinator kan hier een belangrijke rol in spelen. Niet om de Kerk te bestraffen, maar om ervoor te zorgen dat hervormingen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd en dat slachtoffers de erkenning en compensatie krijgen die ze verdienen. Openheid, erkenning en daadkracht zijn cruciaal om het vertrouwen van slachtoffers en de samenleving te herstellen.

Conclusie: hoopvol, maar kritisch blijven

De aanstelling van een nationale coördinator is bijkomende een stap in de juiste richting, maar het is geen garantie voor daadwerkelijke verandering.

  • ls deze functie echt impact heeft, kan dit bijdragen aan betere coördinatie, sterkere structuren en meer erkenning voor slachtoffers.
  • Maar als de bevoegdheden beperkt blijven, dreigt het opnieuw een symbolische maatregel te worden, zonder echte resultaten.


De komende maanden zullen uitwijzen of deze aanstelling een verschil maakt, of dat slachtoffers opnieuw moeten vechten voor hun rechten.

Geschreven door

Handtekening Isabelle Jacobs
logo logo